Gij die van God zijt afgedwaald

Hoe vaak komen wij het niet tegen in het leven van een Christen? Zo lezen we al in de Bijbel van de gemeente te Efeze, die haar eerste liefde verlaten had. Ook Demas had de tegenwoordige wereld liefgekregen en had Paulus verlaten. Hoe vaak wordt er niet aan ons getrokken? Zoals de jongste zoon zijn vader verliet, zo is het ook met een christen. Hoe zwaar valt het ons, om na zonden weer terug te keren naar de Vader? Hoe kunnen wij nog voor God verschijnen, als wij zijn afgedwaald na ontvangen genade?
Een strijdt die ons veel kan bezighouden. En daar gaat ook dit lied over; Gij, die van God zijt afgedwaald.


Gij die van God zijt afgedwaald, ver van 't Vaderhuis,
O weet, de poort blijft openstaan! Kom, o kom naar huis!
Kom naar huis, kom naar huis, zwerv'ling kom naar huis! 
Een plaats is ook voor u bereidt! In het Vaderhuis!

Want alzo lief had God deez' aard, dat Hij zond Zijn Zoon.
Opdat een ieder die gelooft, door Hem wordt gespaard!
Kom naar huis, kom naar huis, zwerv'ling kom naar huis! 
Een plaats is ook voor u bereidt! In het Vaderhuis!

Gij allen, zo vermoeid, belaân, Jezus geeft u rust!
Wie tot Hem komt, werpt Hij niet uit; Kom, u moet nu gaan!
Kom naar huis, kom naar huis, zwerv'ling kom naar huis! 
Een plaats is ook voor u bereidt! In het Vaderhuis!

Het leven hier is slechts een zucht, in de eeuwigheid;
Als Jezus komt, dat is't te laat; Kom, het is nu tijd!!
Kom naar huis, kom naar huis, zwerv'ling kom naar huis! 
Een plaats is ook voor u bereidt! In het Vaderhuis!