Kroont Hem met Gouden Kroon!!

Een loflied, als geen ander. Hoe mooi is het, om zo'n Grote Koning te mogen hebben! 
Hoe mooi is het te mogen dienen als één van Zijn dienstknechten. 
Het is alsof wij met Mefiboseth mogen zeggen:

Wat is Uw knecht, dat u hebt omgezien naar een dode hond, als ik ben?

Dan kan ook, na ontvangen genade, niet anders klinken dan dit heerlijke loflied!

Kroon Hem met gouden kroon,        

Het Lam op Zijnen Troon!

Hoor, hoe het hemels loflied al

overwint in heerlijk schoon.

Ontwaak! mijn ziel en zing

van Hem, die voor u stierf,

en prijs Hem in all’ eeuwigheen,

die ‘t heil voor u verwierf.

Kroon Hem, der liefde Heer!

Aanschouw Hem, hoe Hij leed;

zijn wonden tonen ‘t gans heelal

Wat Hij voor ‘t mensdom deed.

De eng’len om Gods troon,

all’ overheid en macht,

zij buigen dienend zich ter neer

voor zulke wond’re pracht.

Kroon Hem. De Vredevorst!

Wiens macht eens heersen zal

van pool tot pool, van zee tot zee;

‘t klinkt over berg en dal

Als alles voor Hem buigt,

en vrede heerst alom,

wordt d’aarde weer een paradijs.

Kom, Heere Jezus Kom!