Wonderen


Wonderen


En de kinderen der profeten zeiden tot Elisa: Zie nu, de plaats, waar wij wonen voor uw aangezicht, is voor ons te eng, dat is, te klein. Laat ons toch tot aan de Jordaan gaan, en elk van daar een timmerhout halen, dat wij ons daar een plaats maken, om er te wonen. En hij zeide: Gaat heen.
En er zeide een: Het believe u toch te gaan met uw knechten. En hij zeide: Ik zal gaan.
Zo ging hij met hen. Als zij nu aan de Jordaan gekomen waren, hieuwen zij hout af.
En het geschiedde, als een het timmerhout velde, dat het ijzer in het water viel; en hij riep, en zeide: Ach, mijn heer, want het was geleend. En de man Gods, dat is, Elisa, zeide: Waar is het gevallen? En toen hij hem de plaats gewezen had, sneed hij een hout af, en wierp het daarhenen, en deed het ijzer boven zwemmen. En hij zeide: Neem het tot u op. Toen stak hij zijn hand uit, en nam het.

Vanavond wil ik het met jullie, zo de Heere wil, gaan hebben over wonderen. Want wat zijn wonderen nu eigenlijk? En wanneer spreken wij eigenlijk van een wonder?

Als wij kijken naar wat wij eigenlijk onder wonderen verstaan, dan zien wij vele verschillende dingen. Het ene wonder is het andere niet. Anders gezegd; Wij kunnen wonderen onderscheiden in 2 soorten wonderen; Wonderen die ons gewoon zijn, of Gods gebruikelijke handelen en wonderen die afwijken van Gods gebruikelijke handelen.

Wat moeten wij verstaan onder wonderen die ons gewoon zijn? Dit zijn de wonderen die God op een gebruikelijke manier schenkt. Denk hierbij aan de natuur; planten groeien en gaan dood, waardoor nieuw zaad in de aarde komt, waaruit weer een andere boom komt. Een ander voorbeeld is hoe de seizoenen zomer herfst winter en lente elkaar steeds weer opvolgen, of de manier waarop ons lichaam voedsel verteerd en afscheidt.

Dit zijn allemaal voorbeelden van wonderen die ons gewoon zijn. Het is nog een wonder dat een plantje groeit, dat het steeds weer zomer wordt en dat ons lichaam steeds weer werkt. Maar deze herhalende cyclus, dus dit terugkerende fenomeen, zijn wij al zo gewend, dat wij er eigenlijk niet meer bij stilstaan. Deze wonderen zijn ons dus “gewoon” geworden.

Maar wat zijn dan de wonderen die afwijken van Gods normale handelen? Dit zijn wonderen, die in onze wetenschap eigenlijk onmogelijk zijn. Zoals  we in 2 koningen 6 lazen van een stuk ijzer dat ging drijven, dat is iets wat volgens onze natuurwetten niet kan. Het is dus echt een wonder, een mirakel.

Vaak is het ook de wetenschap, die ons aanvalt op onmogelijkheden. Vertel maar eens aan iemand dat Jezus is opgestaan. Een wetenschapper zal gelijk met argumenten en bewijzen komen, dat opstaan uit de dood helemaal niet kan. Het is wetenschappelijk bewezen. Wat nu niet kan, kon ook vroeger niet. Tja, en wat moet je daar nu op zeggen?

Daardoor denkt men dan ook, dat de wetenschap de werkelijkheid als het ware in kaart brengt. Ze beredeneren door getallen en diverse onderzoeken, dat iets niet kan. En de mensen die deze “bewijzen”zien, nemen het aan als waar. Het is immers bewezen.

Maar is het bewezen? Brengt de wetenschap ook daadwerkelijk de werkelijkheid van de wereld in kaart? Eigenlijk niet. Immers, wanneer de wetenschap 1 deur opent in een gang, komen zij weer 10 gesloten deuren tegen. Ze lopen daardoor dus weer tegen andere moeilijkheden op.
Want, hoewel mensen tegenwoordig niet uit de dood opstaan, is het nog geen bewijs dat het vroeger ook niet is gebeurd. Dat zou betekenen dat Stonehenge ook niet gebouwd kan zijn, ze hadden immers niet de technieken van nu, en wij kunnen het zonder deze technieken ook niet.
Door zulke problemen, raakt de wetenschap genuanceerd. Dat wil zeggen, dat ze de wetenschap niet als 1 vaststaand iets meer gebruiken, maar dat ze onderscheid maken tussen situaties. Dus niet op elke situatie is dezelfde wetenschap van toepassing. Hierdoor zeggen wetenschappers tegenwoordig sneller; Wonderen zijn iets dat nog niet is gebeurd, maar wat nog wel kan gebeuren. Toch sluiten zij God nog steeds uit.

De vrijzinnige kerken, die min of meer overtuigd waren van de benadering van de wetenschap, kwamen met de volgende oplossingen met betrekking op 2 koningen 6;
1.       Elisa maakte een hengel van die tak, en viste een geruime tijd, totdat het haakje van de hengel in het gat van het ijzer kwam, waardoor hij het ijzer kon opvissen.
2.       Elisa gooide zo’n groot stuk hout in het water, dat door de golven en het stuwen van het water, het ijzer in beweging kwam, en uiteindelijk op de oever belandde.

Deze 2 oplossingen kwamen nadat men in de wetenschap had aangetoont dat ijzer hoe dan ook niet kon drijven. De wet van de zwaartekracht (of, drijfvermogen) kan immers niet worden doorbroken.

Wat betreft de opstanding, het zwanger raken van de maagd Maria, en het lopen van Jezus op het water, daar hadden de vrijzinnigen een ander antwoord op;
Het is allemaal een mythe, een legende. Het gaat hier om de achterliggende gedachte niet om de daad zelf die wordt beschreven.

Echter, als wij er van uitgaan dat wonderen wel bestaan, wat heeft 2 koningen 6 dan voor betekenis voor ons? Wat moeten wij hier vandaag de dag nog mee?
Enerzijds wijst 2 koningen 6 ons op de wonderen die God werkt door zijn gebruikelijk handelen. Dus de wonderen zoals het steeds weer lente, zomer, herfst en winter wordt. Want het zou wat zijn, als God altijd handelde zoals in 2 koningen 6. Dat zou betekenen dat de ene keer ijzer zweeft, en de andere keer valt het als een baksteen naar beneden. En wat zouden wij moeten, als het de ene dag zomer is, en de volgende dag weer winter? Ja zelfs heel het klimaat zou uit zijn fatsoen geraken. Of denk eens aan je eigen lichaam.
Het is daarom dus juist een zegen, dat God met regelmaat en in een vaste lijn met ons handeld. Anderzijds wijst 2 koningen 6 ons ook op de wonderen die God doet, waarbij Hij bewijst dat wat bij ons onmogelijk is, bij Hem mogelijk is. Dat geeft ons zekerheid, want waar wij klem lopen in het leven, weet God een uitweg.

Maar waarom zouden wij eigenlijk in wonderen geloven? En hoe kunnen wij anderen overtuigen dat wonderen echt bestaan?
Enkele argumenten zijn op te dragen. Wanneer je met een christen praat, die gewoon niet kan geloven in wonderen, kun je hem of haar wijzen op de Bijbel; Wonderen zijn Bijbels.

Ook een overtuigende en aangrijpende getuigenis kan vaak juist mensen ertoe zetten dit te geloven. Dit doen wetenschappers; ze brengen een theorie met overtuiging. Ook in Gods Woord zien wij dat juist de getuigenis van Christus opstanding, bij de heidenen het stof doet opwaaien; mensen bekeren zich tot het Christendom. Denk bijvoorbeeld aan Pinksteren, waarbij 3000 mensen werden bekeerd door de getuigenis van Petrus en de andere apostelen.

Bij wetenschappelijke figuren, die ons aanvechten op onmogelijkheden moeten we juist wijzen op de tekortkomingen van de wetenschap. De wetenschap kan vaak iets niet uitsluiten. Ook de onverklaarbare dingen laten zien dat de wetenschap te kort schiet. (denk hierbij bijvoorbeeld aan “wonderen”).

Dus in zekere zin is ook de wetenschap een geloof. Een geloof dat zich richt op alles wat men ziet en kan aantonen. Daarom is de discussie dus niet wetenschap vs geloof, maar geloof vs geloof. Het geloof in de werkelijkheid tegenover het geloof in de onmogelijkheid. (God is immers niet te bewijzen aan de werkelijkheid).

De wetenschap is dus eigenlijk geloven in hetgeen je ziet of hetgeen waarvan jij denkt dat het bewezen is (al dan niet door gebruik van cijfers en moeilijke verklaringen). Toch zijn er verschillende dingen die, hoewel wij denken dat ze echt zijn, niet echt zijn. Neem bijvoorbeeld geluid. Wanneer wij tijdens de zondag naar een preek luisteren, zijn we ervan overtuigd (onbewust) dat de stem van de predikant komt. Dat is gewoon zo. Maar als je goed luistert, en gaat zoeken, zie je dat het geluid uit de luidspreker komt, en niet van de predikant (de luidspreker overstemd de predikant zelf in dit geval). Hier is dus een typisch voorbeeld van iets dat wij automatisch aannemen, maar wat nog niet zo hoeft te zijn.

Wonderen zijn natuurlijk moeilijk te geloven. Maar als christenen moeten wij het volgende nooit vergeten; Ook al kunnen wij wonderen uit de Bijbel niet bevatten, wij moeten ze toch geloven. (Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Drieƫenheid van God, deze kunnen wij nooit begrijpen.) Dit, en al die wonderen zijn immers geschreven in het Boek, waarvan wij menen dat het door God geinspireerd is, en gegeven voor ons behoud en zaligheid.

Maar, om terug te komen op ons onderwerp, na dit uitstapje, wil ik met jullie eens even gaan kijken naar wonderen. Want wat is nu vaak de bedoeling van wonderen? Wat wil God ermee zeggen? Ze bevestigen Gods heilsdaad en verwijzen ook naar de Wederkomst.

Een voorbeeld; Willemijn Villerius, die jullie wellicht kennen. Zij was een meisje met een zwaar en lang ziekbed. Er was veel gebed om genezing vanuit de gemeente, keer op keer. Ja velen baden voor haar, zowel mensen in, als van buiten de gemeente. Maar ze is nooit meer beter geworden, en is op 19 jarige leeftijd gestorven. Een aangrijpend verhaal, wat ik nu min of meer samenvat, en het lijkt natuurlijk een triest einde. Maar toch is dit niet het einde van dit voorbeeld. Want zij mocht tijdens haar lange ziekbed, Jezus leren kennen. Zij kon daardoor sterven, en God heeft haar nu opgenomen in Zijn heerlijkheid (in de hemel). En in de hemel is geen pijn, moeite of ziekte meer. Zij is dus niet genezen zoals velen van ons in gedachten hadden, maar is genezen op Gods manier. Voor eeuwig genezen. Hier is dus een typisch voorbeeld waarin wij zien dat Gods wegen hoger zijn dan onze wegen, en Zijn gedachten hoger dan onze gedachten.

En als wij dat zo mogen zien, dan is dat een nog groter wonder, dan wanneer zij weer beter had geworden en nog een leven vol moeite had gehad. Natuurlijk zit er meer vast aan dit verhaal, zoals de kant van de nabestaanden maar dat wil ik vandaag even terzijde laten.

Hoe verwijst dit dan naar Gods Heilsdaad en de Wederkomst? Eigenlijk vrij simpel; Gods heilsdaad kwam naar boven in het feit dat Hij nog steeds mensen bekeerd, en de verwijzing naar de wederkomst klinkt door in de eeuwige genezing die dit meisje mocht ontvangen. Deze 2 dingen geven ons nog troost en zekerheid. Bekering is nog mogelijk en het vooruitzicht is geweldig.

Maar, natuurlijk niet iedereen ziet dit. Daarom noem ik dit zo’n verborgen wonder; Dat is een wonder, die God enkel aan (een deel van) Zijn kinderen laat zien. Mensen die niet in God geloven, zullen ook dit wonder niet zien, en daardoor ook ontkennen. En dit is niet iets wat zomaar verzonnen is, nee wij zien dit terug in de Bijbel, waar Jezus dingen openbaard aan enkel de Zijnen (bijvoorbeeld na zijn opstanding, is hij van velen gezien, maar wel enkel door degenen die in Hem geloofden, en dus niet aan pilatus, de joden, enz.).

Zo zien wij dus, dat wonderen nog vaak in de wereld te zien zijn. Zowel “gewone” wonderen, als bijzondere wonderen. En dan natuurlijk ook nog de verborgen wonderen, die God toepast aan het hart van Zijn kinderen.


Reacties

Populaire posts