Vermaning en Betrachting
Vermaning tot onderzoek en betrachting der Heilige Schrift
Gij zult niet doen naar alles wat wij hier heden doen, een ieder al wat in zijn ogen recht is.
Al dit woord hetwelk ik ulieden gebied, dat zult gij waarnemen om te doen; gij zult daar niet toedoen en daarvan niet afdoen.
Als
gans Israël zal komen om te verschijnen voor het aangezicht des HEEREN
uws Gods in de plaats die Hij zal verkoren hebben, zult gij deze wet
voor gans Israël uitroepen voor hun oren; Vergader het volk, de mannen
en de vrouwen en de kinderkens, en uw vreemdelingen die in uw poorten
zijn; opdat zij horen en opdat zij leren, en vrezen den HEERE uw God en
waarnemen te doen alle woorden dezer wet. En dat hun kinderen, die het
niet geweten hebben, horen en leren om te vrezen den HEERE uw God, al de
dagen die gij leeft op het land naar hetwelk gij over de Jordaan zijt
heengaande om dat te erven.
Dat
het boek dezer wet niet wijke van uw mond, maar overleg het dag en
nacht, opdat gij waarneemt te doen naar alles wat daarin geschreven is;
want alsdan zult gij uw wegen voorspoedig maken en alsdan zult gij
verstandiglijk handelen.
Alle
rede Gods is doorgelouterd; Hij is een Schild dengenen die op Hem
betrouwen. Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij
leugenachtig bevonden wordt.
Onderzoekt de schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen.
Want
al wat tevoren geschreven is, dat is tot onze lering tevoren
geschreven, opdat wij door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften
hoop hebben zouden.
En
dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs
kunnen maken tot zaligheid, door het geloof hetwelk in Christus Jezus
is.
Al
de Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot lering, tot
wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de
rechtvaardigheid is
Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.
Want
Ik betuig aan een iegelijk die de woorden der profetie dezes boeks
hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal over hem toedoen
de plagen die in dit boek beschreven zijn; En indien iemand afdoet van
de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het
boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek
geschreven is.
Maar
wast op in genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus
Christus. Hem zij de heerlijkheid beide nu en in den dag der eeuwigheid.
Amen.
Reacties
Een reactie posten